1648 ze terughaalt tegen een door haar alleen geteekendc kwitantie. Een dergelijke kwitantie is niet rechtsgeldig, daar een gehuwde vrouw bij deze en soortgelijke hande lingen den bijstand van haar echtgenoot behoeft. In zoodanige gevallen moet de man dus mede onderteeke nen. Dit is als regel ook vereischt, als de echtgenooten onder huwelijksche voorwaarden zijn gehuwd, zoodat deze omstandigheid in den regel niets aan de genoemde zaak verandert. Nu is er in het bovenbedoeld geval geen bezwaar tegen o.i. dat de man ten aanzien van de terugbetalingen op een bepaald en bij nummer nader aangeduid spaar boekje aan zijn vrouw toestemming geeft en haar daar om schriftelijk (op gezegeld papier van dertig cent) tot het teekenen van de kwitanties een (algemeene) vol» macht geeft. Dan behoeft hij niet elke afzonderlijke kwitantie mee te onderteekenen. Die volmacht zou ten kantore der Boerenleenbank moeten berusten en kan aan de rekening in Grootboek I worden vastgehecht In verband hiermede herhalen wij nog eens, wat wij reeds meermalen schreven: dat ieder, die een kwitantie teekent, dit met eigen naam en handteekening moet doen. Haalt dus een meerderjarige zoon, bijvoorbeeld, hiertoe door zijn vader gemachtigd, geld op het spaar» boekje van zijn vader terug, dan moet hij onderteeke» nen: „Per order (volgt de naam van zijn vader) en daaronder zijn eigen handteekening stellen Voor gelden in loopende rekening mag geen enkele kwitantie door iemand anders dan door den loopende rekeninghouder zelf geteekend worden, tenzij er door den loopende rekening houder een volmacht wordt af- gegeven ten name van den gemachtigde. Hiervoor zijn speciale modellen (formulier 30 a) bij de Centrale Bank verkrijgbaar. Ter voorkoming van moeilijkheden za: men goed doen, met zich stipt aan deze regels te houden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 4