1634 Bank te Eindhoven te gaan, om te beraadslagen wat er kon gedaan worden. Hoewel men te Eindhoven de handelwijze van den man, die tot nog toe geen Boerenhypotheekbank of Boe* renleenbank gekend had, zeer onverstandig vond, was men toch onmiddellijk bereid, om met het Bestuur der Boerenleenbank overleg te plegen. En na eenige onder* handelingen werd, door gemeenschappelijke samenwer* king van Centrale en Plaatselijke Boerenleenbank, het middel gevonden om te voorkomen, dat de man van zijne boerderij zou verdreven worden. Enkele dagen vóór den verkoop werd de man in staat gesteld de beide hypotheken af te lossen, en aldus het zeer dreigende gevaar af te wenden. Maar zonder kleerscheuren zou onze man er niet af* komen. De eerste hypotheek was door den geldschieter niet opgezegd; de hypotheekhouder was door wanbetaling van de tweede hypotheek zelf schuld geweest, dat ook de eerste moest afgelost worden. En daarom moest onze man de boete betalen, volgens de hypotheekakte be* paald. Deze boete bestond in: 1. extra vergoeding wegens vervroegde af* lossing240. 2. contra vergoeding van 3 mnd. rente 315. Te zamen 555. De particuliere geldschieter vorderde geen extra ver* goeding, zoodat bij dezen enkel aflossing en verschul* digde rente behoefde betaald te worden. Maar nu kwam nog de rekening van den Notaris, die den verkoop en verdere regeling in handen gehad had. Deze rekening luidde: Kosten van twee expoiten31.05 Kosten van den Procureur180.86 Honorarium en verschotten van den notaris wegens kosten van beslag en opheffing Transporteeren 211.91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1928 | | pagina 6