1 316 Daarom meenen wij, dat het wel heel vast staat, dat eene Boerenleenbank, die haar bedrijf verder uitstrekt dan dat van landbouwers of tuinders, zich aan grooter risico's blootstelt, dan noodig is, en dan een Boerenleen* bank, uit welbegrepen eigenbelang, dient op zich te nemen. Nog eens: De ambtenaren van den fiscus en de boeken der Boerenleenbank. Reeds verscheidene malen is in de „Mededeelingen" over bovenvermeld onderwerp geschreven, omdat het nog bij herhaling voorkomt, dat de belastinginspecteur inlichtingen wenscht aangaande het tegoed van bepaalde personen of in het algemeen voor controle op dit punt boekenonderzoek verlangt. Steeds hebben wij geschreven, dat dergelijke inlicht tingen niet kunnen gegeven en boekenonderzoek niet kan toegestaan worden, omdat Beheerders en Kassier der Boerenleenbank door de Statuten aan ambtsgeheim zijn gebonden. De fiscus heeft, gelijk van zijn standpunt uit begrijpelijk is, gepoogd, dit beletsel tegen een onder* zoek, dat hem uiteraard een welkome controle op be* lastingaangiften zou verschaffen, uit den weg te rui* men. O.a. liet hij zich door dezen of genen belasting* plichtige een volmacht ter hand stellen, welke hem den toegang tot de boeken der Boerenleenbank zou kunnen openen. Maar dit mocht niet baten, omdat de Statuten in deze staan boven de particuliere beschik* kingen der leden en een volmacht dus niet het statutair ambtsgeheim kon opheffen. Wij hebben in die gevallen steeds geadviseerd: Antwoord, dat gij geen enkele in* lichting kunt geven, noch ja, noch neen kunt zeggen en ambtsgeheim u verbiedt, inzage in de boeken toe te staan. Den laatsten tijd zocht de fiscus langs een anderen weg toegang. Zooals men weet, worden de plaatselijke Boe* renleenbanken hier en daar aangeschreven, om een aan*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 4