1614
al vinden zij het inleveren der boekjes in het eerst wat
lastig en vreemd.
Wij dringen daarom bij de Besturen ernstig aan op
het houden van deze controle, welke bij Artikel 26
der Statuten uitdrukkelijk is voorgeschreven en waars
voor de op handen zijnde jaarwisseling o. i. uitstekende
gelegenheid biedt.
In de „Mededeelingen" No. 101 vindt men op de blad=
zijden 939/944 uitvoerig omschreven, op welke wijze
hierbij dient te werk gegaan te worden.
Wij durven er stellig op rekenen, dat geen enkel Be*
stuur meer achterwege zal blijven.
Waarom dienen de Boerenleenbanken zich te
onthouden van het geven van crediet aan
middenstanders en werklieden.
II.
In een vorig artikel hebben wij uiteengezet, dat het
crediet aan landbouwers en middenstanders zoozeer
verschilde, wegens het verschil van risico, dat aan beide
bedrijven verbonden is.
Beschouwen we thans het verschil dat er ligt in de
beoordeeling van de credietwaardigheid der aanvragers
van een voorschot.
In den land* en tuinbouw is het voor een vakman niet
zoo moeilijk, om de credietwaardigheid van den aam
vrager van een voorschot te beoordeelen.
Of iemand pachter of eigenaar is, weet eenieder; en
of een eigenaar zijn gronden vrij heeft of met hypo*
theek bezwaard, is zeer gemakkelijk te achterhalen. Het
land, dat hij bewerkt, ligt als 't ware aan den open weg;
of hij goed boert of niet, of hij een pientere tuinder is,
die eruit haalt, wat eruit te halen is, of niet, dat is met
een heele kleine moeite te weten. Hetzelfde geldt voor
zijn stal, want vee trekt steeds veel belangstelling. Aldus
kan het bedrijf van een landbouwer of tuinder nog al ge-