MAANDELIJKSCHE
MEDEDEELÏNGEN
No. 138.
DECEMBER 1927.
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
De jaarlijksche controle op de Spaar-, Voorschot
en Loopende-Rekening-boekjes.
Er is schreven wij vroeger meer dan ééns bij de
plaatselijke Boerenleenbanken haast geen gewichtiger
werk, dan de jaarlijksche controle op de ontvangsten
en uitgaven.
Als het boekjaar wordt afgesloten (of desverlangd
op een ander tijdstip, al is dat van de jaarwisseling
hoogstwaarschijnlijk wel overal het meest geschikte)
moet het Bestuur er zeker van zijn, dat niet alleen de
boeken onderling en met de Uittreksels kloppen, maar
ook de rekeningen inderdaad absoluut juist zijn en er
geen abuizen kunnen schuilen in de spaar*, voorschot*
en loopende*rekeningboekjes, welke bij de rekeninghou*
ders berusten.
Dit is niet alleen noodzakelijk, omdat het Bestuur
er verantwoordelijk voor is, dat alles inderdaad zuiver
klopt, maar ook, omdat later aan het licht komende
verschillen gemeenlijk onaangenaamheden te weeg bren*
gen en vaak hoewel in den grond der zaak ten on*
rechte aanleiding geven tot verdachtmakingen en
praatjes, welke niet nalaten de Boerenleenbank en haar
Kassier en Beheerders te schaden en zeker te grieven.
Bij de rekeninghouders moet de overtuiging gevestigd
worden, dat bij de Boerenleenbank een zorgvuldige con*
tröle bestaat. Dat zal hun vertrouwen in de Bank en hun
respect voor de Beheerders zeker doen toenemen, zelfs