1626
heeft echter de daling, die sindsdien is ingetreden, niet
kunnen voorkomen. Deze wordt ten eerste verklaard
door de moeilijkheid, die de Fransche uitvoerhandel
heeft te overwinnen om weer vasten voet te krijgen op
bepaalde markten, de sinds lang gelsoten waren. Zij kan
eveneens tot op zekere hoogte verklaard worden door
het prijsniveau in de naburige landen. Bij den tegen?
woordigen wisselkoers is het inderdaad niet zeker, dat
de veeprijzen in al de naburige landen aanzienlijk hoo?
ger zijn dan in Frankrijk, zelfs na de prijsdaling van
dezen zomer.
Flet is overigens zeer moeilijk een vergelijking te trek?
ken tusschen de statistieken van veeprijzen in de ver?
schillende landen, daar de kwaliteiten niet vergelijkbaar
zijn. Voor het vleesch bestaat een gelijke moeilijkheid,
fioewel in verschillende landen aan het eind van dezen
zomer een prijsdaling viel te constateeren, was deze
over het algemeen toch niet te vergelijken met die in
dezelfde periode in Frankrijk. Men mag dus veronder?
stellen, dat de terugkeer tot de exportvrijheid, wanneer
zij effectief zal zijn, ertoe zal bijdragen de prijzen op
de Fransche markt te versterken.
Vooral de daling in de graanprijzen is bijzonder sterk
geweest. Na in October 1926 een prijs van frs. 235
voor 100 K.G. bereikt te hebben, is zij egdaald tot onge?
veer 150. Bovendien verkochten de boeren vaak tegen
prijzen, die belangrijk lager waren dan de marktprijs,
want, de slechte kwaliteit van dit jaar daargelaten,
ondergaat de Fransche markt vooral den invloed van
de daling, die zich op de wereldmarkt manifesteert.
Toegetreden Boerenleenbanken.
Sedert de laatste opgaaf zijn tot onze Centrale nog
toegetreden de Boerenleenbanken te Sas van Gent (Z.),
Weesp (N.;H.), Noorbeek (L.) en Wateringen (Z.?H.).