1589 Liquiditeit der Boerenleenbanken aangesloten bij de Centrale Banken van Eindhoven en Utrecht. Bij de Boerenleenbanken (inbegrepen de Coöp. Han* delsvereenigingen en Zuivelbanken) aangesloten bij de Centrale van Utrecht, waren op 31 December 1925: ingelegd aan spaargelden 234.300.000 in loopende Rekening 28.800.000 Totaal 263.100.000 Er stonden uit: aan voorschotten 116.900.000 in loopende Rekening 85.100.000 Totaal 202.000.000 De verhouding tusschen de toevertrouwde en de uit* staande gelden is als 100 tot 76.8. Bij de Boerenleenbanken, aangesloten bij de Cen* trale van Eindhoven waren op 31 December 1925: ingelegd aan spaargelden 108.400.000 in loopende Rekening 3.600.000 Totaal 112.000.000 Er stonden uit: aan voorschoten 43.300.000 in loopende Rekening 16.900.000 Totaal 60.200.000 De verhouding tusschen de toevertrouwde en de uit* staande gelden is als 100 tot 531/2. Neemt men de cijfers der aangesloten Banken van beide Centrales te samen, dan verkrijgt men: Deze cijfers worden hier gegeven, wijl de cijfers, in een over* genomen artikel van het vorig nummer der Mededeelingen (bl. 1578) niet volledig waren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 9