1584 Bij de afbetalingen van de schuld bij de Boerenleen* banken wordt steeds rekening gehouden met de tijden, dat de boer of tuinder geld ontvangt van de producten, die hij te verkoopen heeft. In die tijden kan hij ge* makkelijk betalen. Maar moet hij wekelijks of maande* lijks eene bepaalde som betalen, dan zal hij daarbij dikwijls moeilijkheden ondervinden, en wee dengene, die bij het afbetalingssysteem niet geregeld betaalt. Dan worden gewoonlijk de boete*bedingen zeer drukkend. Uit al het vorenstaande blijkt, dat zelfs voor de aan* schaffing van noodige zaken het afbetalingssysteem voor boer en tuinder geen gewenschte vorm van crediet is, integendeel, dat ook hier de Boerenleenbanken de geëigende, en juist voor land* en tuinbouw berekende credietinstellingen zijn. Personen, die over eene credietinstelling als de Boe* renleenbank is, niet beschikken, kunnen somtijds door dit afbetalingssysteem geholpen worden, omdat zij anders het benoodigde voor hun bedrijf niet kunnen aanschaffen, maar nimmer kan dit gelden voor een land* bouwer of tuinder. En het is wel wenschelijk, dat op deze beschouwingen eens de nadruk gelegd worde, als er algemeene ver* gadering is van de Boerenleenbank. Nu hebben we tot nog toe gesproken over het aan* schaffen van noodige zaken. Wanneer het onnoodige of luxe*zaken betreft, dan achten wij het afbetalingssysteem geheel verwerpelijk. Men dient zulke zaken niet aan te schaffen, vooraleer men er het geld toe heeft. Gaat men onnoodige zaken koopen met geleend geld of wat op 'tzelfde neer* komt op afbetaling, dan beschikt men reeds bij voor* baat over geld, dat men nog niet heeft, en waarvan men niet weet, of het niet voor meer noodige zaken zal moeten besteed worden. Men denke aan ziekten of tegenslag. Wij kunnen dan ook onzen landbouwers en tuinders niet sterk genoeg afraden, om ooit iets op afbetaling te koopen. Al kunnen de agenten of kooplui nog zoo mooi

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 4