1570
bevreemdend, als men denkt aan de groote zegeningen
en de voordeelen, die zij in zoo korten tijd voor velen
in ruime mate heeft opgeleverd. Nu is het niet slechts
voor de coöperatief aangeslotenen, maar ook voor tal
van anderen goed en hard noodig om over deze belangs
wekkende beweging en bedrijfsvorm in groot vaders
landsch verband en samenhang, dus van nationaal
standpunt gezien, een en ander te vernemen. Want
eerst dan zullen de aangeslotenen beseffen en begrijs
pen, van welk een groot gebouw zij de kleine en talrijke
deelen van fundament cn opstandsmuren vormen en
in wat groot en sterk leger zij als de soldaten en kader
optrekken en daardoor hunne eigene, als 's Lands web
vaart, kracht en weerstandsvermogen helpen versters
ken en verhoogen en dit vooral zullen blijven doen.
Immers is volgens den laatsten stand, n.1. dien van
einde 1925, het totaal aantal der bij alle coöperaties
aangesloten leden reeds te schatten op ongeveer 900000.
Daar er echter zeer velen als leden aangesloten zijn
bij meer dan één, dus bij meerdere coöperaties, in 3 en
zelfs viervoudig lidmaatschap, is feitelijk het geheele
aantal coöperatief georganiseerden aanmerkelijk gerim
ger, maar intusschen toch nog wel minstens op 250.000
te stellen en deze zijn dus de intensief georganiseerden;
daarbij komt het veelbeteekenende feit, dat zij bijkans
allen gezinshoofden zijn.
Als tweede en ook eenigszins ruwe maatstaf van bes
oordeeling, kan gelden het feit, dat de bedrijfsomvang
van alle coöperaties in 1924 voor het eerst het totaal
van 1 milliard gulden bereikt, ja, overschreden heeft;
het totaalbedrag over 1925 kan nog niet opgegeven
worden, omdat dit in alle onderdeelen op zijn vroegst
eerst in Mei van 1927 bekend zal zijn en samengesteld
zal kunnen worden.
Daarbij moet men vooral wel in het oog houden en
bedenken, dat deze zonder overdrijving groot te noe«
men tweeledige uitkomsten in den korten tijd van 30
jaren zijn verkregen. Immers is er, met allen eerbied
voor eenige, zeer verdienstelijke voorloopers, die de