)i
1566
Vooral tegen en in den winter schijnt dat soort van
menschen hun slag te willen slaan bij landbouwers en
tuinders, en daarom is waakzaamheid in dien tijd dub*
bel geboden.
Wijl het zoo moeilijk is de praktijken van deze agen*
ten te achterhalen, omdat de bedrogenen maar al te dik*
wijls bang zijn hunne lichtzinnigheid en dwaasheid te
bekennen en bij hunne „schade" ook nog „schande"
te oogsten, zijn wij zeer dankbaar aan (Rector) Wv.
K(essel) die in het Weekblad van den Noordbr. Chr.
Boerenbond duidelijk aantoont, hoe geslepen die agen*
ten te werk gaan. En als de schrijver er zeker van is,
dat enkel in het gebied van den N. C. B. de boeren
jaarlijks voor tien duizenden guldens op zulke wijze
worden opgelicht, hoeveel zal dan over het geheele land
de schade wel niet bedragen?
Om onze Boerenleenbanken in de gelegenheid te stel*
len met voorbeelden hunne waarschuwingen tegen zulke
agenten te staven, laten we hier het artikel van W. v. K.
volgen:
GOOIEN MET ZIJN GELD.
Van vier, vijf verschillende zijden ontvang ik weer
dringende aanvragen om inlichtingen over betrouw*
baarheid van deze of gene instelling op geldgebied.
Gewoonlijk zijn 't dan menschen, die zich al in 't wes*
pennest gestoken hebben, waar hun honingpot je duchtig
geplunderd werd. Zij zitten in het rad van avontuur en
worden rondgedraaid als in een centrifuge, totdat de
laatste spaarcent hem uit de portemonnaie is gedraaid.
't Is ieder jaar hetzelfde liedje, dat om dezen tijd
begint. Een bende baanstroopers, oplichters en fles*
schentrekkers gaat den boer op, om hem op de meest
geslepen manier van zijn zuur verdiend spaargeld af
te helpen. Alle soort van mooie papiertjes worden aan*
geboden; heele series van premieloten en buitenlandsche
effecten met hoog rendement worden voor een schijntje
aangeboden en in massa aan den man gebracht.
Al geruimen tijd had ik een vermoeden, daarna de