hiervan in de notulen behoorlijk aanteekening wordt
gehouden.
Wij verwijzen naar de „Mededeelingen" nr. 102
(December 1924) bladzijde 955 e.v. waar onder Art.
26. 6" der Statuten gedetailleerde aanwijzingen betref*
fende de „maandelijksche verantwoording" zijn gegeven.
F. B, Löhnis f
Oud-Inspecteur van den Landbouw.
Te BademBaden is op 76*jarigen leeftijd overleden
de heer F. B. Löhnis, ouddnspecteur van den Landbouw.
In de Pers, zoowel de politieke als de vakpers, is de
heer Löhnis terecht gehuldigd als een baanbreker op
het groote gebied van den Landbouw, als een man, die
de groote onwtikkeling van landbouwkunde, van land*
bouw*onderwijs en van het vereenigingsleven in al zijn
verscheidene vormen op landbouwgebied heeft mede*
geleefd en voor een groot gedeelte geleid in de jaren
van 1892 tot 1916, de jaren waarin hij als Inspecteur
van den Landbouw werkzaam was.
Zijne verdiensten, om aan onze boeren en tuinders
een betere positie te verschaffen, worden dan ook
hoogelijk gewaardeerd.
Wat ons betreft, wij willen hier de verdiensten van
den heer Löhnis voor het landbouwcrediet in het licht
zetten.
Weinige jaren na zijn optreden als Inspecteur van
den Landbouw werden de eerste Boerenleenbanken in
ons Land opgericht, n.1. in 1897. De heer Löhnis interes*
seerde zich voor deze nieuwe instellingen en wist deze,
voor zoover op zijn weg, te steunen.
Want toen in 1900 op de Staatsbegrooting voor het
eerst 4000 voor subsidieering van boerenleenbanken
werd uitgetrokken (een bedrag, dat later tot 16.000
werd verhoogd) werden verschillende voorwaarden
1558
f