1538 Dr. W. Krebs haalt uit de rede van Raiffeisen, op de Algemeene Vergadering van 1885, het volgende aan: „Het eenige middel tot bestrijding van de zelfzucht, „is de beleving van het Christendom in het openbare „leven. Deze gedachte openlijk uit te spreken, en dan „ernstig naar hare verwezenlijking te streven, is thans „op hare plaatsBoven alles heb ik hier op het „oog de christelijke naastenliefde, gegrond op de liefde „tot God, die de grondslag der statuten evenals die „der geheele organisatie van de boerenleenbanken is. „Zonder deze is eene vruchtbare werking onzer ver= „eenigingen niet denkbaar". Na deze aanhaling zegt Dr. Krebs: „Dit is de kern van zijne redevoeringen. Hij houdt „eraan vast, spreekt ze uit, hoewel zij de uiterlijke aan* „leiding worden, dat langjarige medewerkers zich van „hem afwenden, andere Bonden vormen, en daarmede „zijn doel, om voor geheel Duitschland slechts ééne „groote Centrale te stichten, vernietigen."1) Maar in de Raiffeisemorganisatie, zoowel in den bovengenoemden Bond van Duitsche Raiffeisemver^ eenigingen Generalverband der deutschen Raiffeisen Genossenschaften) als in de Centrale Credietorganisatie (Die deutsche Raiffeisenbank A. G.) is de geest van Raiffeisen behouden en met trots werd bij de herdenking van het 50«jarig bestaan dezer organisatie op dit heuglijk verschijnsel gewezen. Een der redevoeringen was zóó diep gevoeld en van zoo'n belang, ook voor onze christelijke organisaties, dat wij aan de bekoring niet kunnen weerstaan, om deze in haar geheel in een volgend nummer op te nemen. 2) Aus dem Lebcn F. W. Raiffeisen 1925. 3) t. a. p. hl. 131.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 6