Men ziet uit deze getallen de belangrijkheid van
dezen Bond, die dan ook in zijn 50»jarig bestaan van
de grootste beteekenis is geweest voor de ontwikkeling
van het landelijk» en boerenvereenigingswezen.
Deze Bond is de tweede in grootte van de Duitsche
Centrale Bonden; de grootste is de Rijksbond van
Duitsche boeremvereenigingen, waarbij ruim 25.000 ver»
eenigingen zijn aangesloten, waaronder 12.842 boeren»
leenbanken.
Wat bij de herdenking van dit jubelfeest wel het
meest naar voren getreden is, het is het bewaren van
den Christelijken geest in dezen Bond, door Raiffeisen
gesticht, en waarin zijn geest is levendig gebleven.
Dat de Raiffeisenorganisatie in 1879 verdeeld werd
en er eene andere naast deze ontstond, was ten deele
te danken aan het verschil van meening over de Cen»
trale organisatie der Boerenleenbanken maar ook zeer
zeker ten deele aan het vasthouden door Raiffeisen aan
den Christelijken grondslag zijner vereenigingen.
De hoofdleider van het Reichsverband zeide in 1895:
„Wij houden onze zienswijze in het geheel niet voor
„onfeilbaar, onze instellingen niet voor volmaakt, en
„onder alle omstandigheden voor navolgenswaardig, in»
„tegendeel, wij arbeiden steeds aan de verbetering en
„vervolmaking onzer instellingen, wij streven niet naar
„het ophemelen en verheerlijken onzer zaak, wij beelden
„ons niet in, dat Onze Lieve Heer juist aan onze inrich»
„ting een geheel bijzonder welgevallen heeft, en houden
„het vereenigingswezen wel voor eene ideale, maar niet
„voor eene bovenaardsche zaak."
Voor degenen, die den inzet van den strijd kennen,
is zulke uiting duidelijk; het Christelijke, dat Raiffeisen
in zijne stichtingen ziet, en wil behouden, het werken
voor Gcd en voor den naaste uit Christelijke liefde,
wordt hier als niet»ter»zaak»doende verworpen.
Een der laatste geschiedschrijvers van Raiffeisen,
1537
Prof. Dr. Martin Faszbender. F. W. Raiffeisen in seinem
Leben, Denken unil Wirken, dl. 229.