4 Artikel 28 lid 1, 4 en 5 komen te luiden als volgt: 1. De Kassier is de eigenlijke zaakvoerder der Boe* renleenbank. Zijn salaris wordt vastgesteld door het Bestuur onder goedkeuring van den Raad van Toezicht der plaatselijke Boerenleenbank en van het Bestuur der Coöp. Centrale Boerenleenbank. Bij verschil van mee* ning tusschen Bestuur en Raad van Toezicht der plaat* selijke Bank, beslist het Bestuur der Coöp. Centrale Boerenleenbank. 4. Het beroep van Commissionnair in effecten, het voor eigen rekening uitoefenen van het Kassiers* en Bankiersbedrijf en de uitoefening van door de Coöp. Centrale Boerenleenbank aan te wijzen functies zijn onvereenigbaar met het ambt van Kassier der Boeren* leenbank. 5. De Kassier mag niet stemgerechtigd afgevaardigde zijn ter Algemeene Vergadering der Coöp. Centrale Boerenleenbank. Artikel 29 komt te luiden als volgt: 1. De Kassier wordt door het Bestuur benoemd voor den tijd van vier jaren. Op het tijdstip der benoeming mag hij den zeventigjarigen leeftijd nog niet hebben bereikt. Hij moet bij het aanvaarden zijner functie lid zijn van de Boerenleenbank en dat blijven gedurende den geheelen duur zijner bediening. Voor deze benoeming is de goedkeuring van den Raad van Toezicht der plaatselijke en van het Bestuur der Coöp. Centrale Boerenleenbank vereischt. Weigert de Raad van Toezicht zijn goedkeuring aan de door het Bestuur gedane benoeming en wenscht het Bestuur geen andere benoeming te doen, dan heeft het Bestuur het recht, om binnen één maand na de afwijzen* de beschikking van den Raad van Toezicht in beroep te gaan bij het Bestuur der Coöp. Centrale Boerenleen* bank, hetwelk de bevoegdheid heeft, na beide colleges gehoord te hebben, bindend uitspraak te doen. Wordt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 20