1515 zegging kennen. Dat verstevigt de positie der Bank aan* merkelijk, dat geeft haar kracht en sterkte. Het valt niet te ontkennen, dat wij door eendracht, maar vooral door het nauwgezet vasthouden aan de regels van gezonde finantieele bedrijfspolitiek, groot en sterk zijn geworden. Laten wij zorgen, dat wij, door daaraan vast te blijven houden, ook als het al eens het offer van het prijsgeven der eigen meening en het aan* vaarden van hetgeen in het algemeen belang moet wor* den opgelegd, zou moeten kosten, sterk blijven nu en in de toekomst. Oefent vrij critiek uit op de leiding, als daartoe aam leiding bestaat. Doch zeg nooit, dat Eindhoven te lastig of dat het Bestuur van de Centrale te streng is. Want wee den dag, waarop het Bestuur van de Centrale de leiding niet stevig genoeg in handen zou houden en niet langer onverbiddelijk zou blijven staan tegenover eischen, die met een goede finantieele politiek en met den geest eener gezonde organisatie in strijd zouden zijn. Als dat moment ooit zou aanbreken, dan zou dat zelfmoord beteekenen, dan zou dat beteekenen, dat onze organisatie ten doode werd opgeschreven. En dat wil* len wij niet, nu niet of nooit, al was het alleen maar uit eerbiedig respect voor onze groote mannen, die ons zijn voorafgegaan ,en die zoo dikwijls en zoon langen tijd de gelukkige getuigen zijn geweest van onze zorg en van onzen jubel, van ons onderling vertrouwen, van onze innige samenwerking en vooral van onze heerlijke Christelijke solidariteit, doch wier nagedachtenis wij op ellendige en voor ons beschamende wijze zouden eeren, wanneer wij het grootsche werk, dat zij opbouwden, aan de vernietiging zouden prijsgeven. Mijnheer de Voorzitter. Ik moet terugkomen op mijn uitgangspunt: de balans en de verlies* en winstrekening onzer Bank en het voorstel tot winstverdeeling. De winst bedraagt na de noodige afschrijvingen 319.139.53. Voorgesteld wordt deze als volgt te besteden:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 7