1512 (waarvan gedeelten op termijnen van zes maanden en één jaar) en dat het totaal aan uitgeleende gelden be* droeg per 31 December 1925 ruim 601/- millioen tegen* over per 31 December 1924 ruim 58 millioen, dan zijn deze cijfers nog lang zoo kwaad niet. Er blijkt uit, dat onze organisatie als geheel, dank zij de gevolgde politiek van streng vasthouden aan het doen van uitleeningen bij onze plaatselijke banken enkel en alleen voor kortloopende bedrijfsbehoeften van boe* ren en tuinders, ruimschoots de middelen beschikbaar heeft, om uit eigen kracht den boeren en tuinders te kunnen blijven helpen. En dat, mijne heeren, is een punt van overwegend, van primair belang. Wij moeten onze organisatie zoo maken, dat wij noch naar rechts, noch naar links behoeven te kijken, dat wij geheel op eigen kracht kunnen drijven, dat wij onder alle omstandig* heden ons zelf kunnen helpen. Onze finantieele omstan* digheden moeten zoo blijven, dat wij al de jaren door tot de Nederlandsche Bank in alle vrijheid kunnen zeg* gen: „Wij betreuren het, dat U het landbouwcrediet niet hooger waardeert, wij kunnen niet anders dan Uwe on* sympathieke houding in sterke mate afkeuren, wij vin* den het zelfs onbehoorlijk, dat U als semi*officieel lichaam ten opzichte van de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, een instituut, dat oer*solied is, en toch zeker geacht moet worden, het algemeen belang te behartigen, zulk een onbegrijpelijk standpunt inneemt: doch God* dank wij hebben U in 't verleden kunnen missen; wij hopen dat zulks ook in de toekomst het geval zal zijn". Maar om daartoe in staat te blijven, is alleseerst noo* dig een streng principieel doorgevoerde bankpolitiek; een voorzichtig en tactvol beleid; een innige samen* werking; een ijzeren discipline; een volkomen vertrou* wen ten opzichte van elkander en ten opzichte van de leiding; daarvoor is noodig, dat wij ten volle uitleven het groote beginsel, dat aan de stichting van onze organisatie ten gronslag heeft gelegen: dat de boeren uit Christelijke liefde samenwerken en door die samen* werking zich zelf moeten redden. Dat beginsel moet ook voor de toekomst onze leuze

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 4