van Toezicht het ééns zijn, zullen er al heel buiten
gewone redenen moeten zijn, indien dit Bestuur de be=
noeming niet zou goedkeuren dan is de benoeming
definitief.
Keurt de Raad van Tozicht de benoeming af, dan moet
er getracht worden met het Bestuur tot een vergelijk te
komen; gelukt dit niet, dan komt de zaak bij het Bestuur
der Centrale; acht dit Bestuur de redenen, waarom de
Raad van Toezicht de goedkeuring weigert, ongegrond',
en keurt het de benoeming goed, dan is de kassier be=
noemd; acht daarentegen dit Bestuur, dat de Raad van
Toezicht terecht de goedkeuring weigert, en weigert het
ook de goedkeuring, dan moet het Bestuur een nieuwe
benoeming doen.
Wanneer een kassier voor den eersten keer benoemd
wordt, mag hij den leeftijd van 70 jaren niet bereikt
hebben.
De benoeming geschiedt voor den duur van vier jaren.
Herbenoeming.
De herbenoeming heeft op dezelfde wijze plaats als de
benoeming. Eene oproeping van candidaten behoeft
slechts plaats te vinden, als de benoeming van den af
tredenden kassier niet geschiedt.
Wanneer de aftredende kassier den leeftijd van 70 jaar
berreikt heeft, mag de benoeming slechst voor telkens
één jaar geschieden.
De herbenoeming moet steeds tijdig aan de orde wor»
den gesteld, n.1. drie maanden vóór dat het oogenblik
van aftreding aanbreekt.
Schorsing.
De kassier kan geschorst worden door het Bestuur.
Ontslag.
De kassier kan door het Bestuur ontslagen worden;
dit ontslag moet goedgekeurd worden door den Raad
van Toezicht; keurt de Raad van Toezicht het ontslag
goed, dan moet nog de goedkeuring gevraagd worden
van het Bestuur der Centrale Bank; keurt dit Bestuur
het ontslag goed dan is de kassier definitief ontslagen.
1520