1518
den er betrekkelijk goede salarissen verleend en een
nieuwe salarisregeling komt nog aan de orde.
De vraag, die hier alles moet beheerschen, is deze: op
welke wijze krijgen de Boerenleenbanken de beste
kassiers?
En het oordeel der Commissie was unaniem dit:
door de verkiezing niet meer te doen plaats hebben door
de Algemeene Vergadering, maar door het Bestuur der
Boerenleenbank, onder goedkeuring van den Raad van
Toezicht der Boerenleenbank en van het Bestuur der
Centrale Boerenleenbank.
De Algemeene Vergadering eener Boerenleenbank
kan veel moeilijker dan Bestuur met Raad van Toe*
zicht oordeelen over de bekwaamheid en de geschikt
heid van iemand, die zich aanbiedt voor het kassiers*
ambt; de Algemeene Vergadering is gemakkelijker te
beïnvloeden om den meest poulairen candidaat te kie*
zen, ook al is hij niet de meest geschikte; dan moeten
Bestuur en Raad van Toezicht het veelvuldigst samen*
werken met den kassier, waarom het gewenscht is, dat
niet tegen den zin van Bestuur en Raad van Toezicht
een kassier wordt opgedrongen; en eindelijk kan een
kassier, juist omdat hij zijn plicht goed vervult, minder
aangenaam worden aan leden der Boerenleenbank, die
de herkiezing kunnen beïnvloeden.
Om al deze redenen was de Commissie tot haar voor*
stel gekomen, waarmede het Bestuur en de Raad van
Toezicht der Centrale Boerenleenbank zich vereenigd
hebben.
Wel had de Commissie vele voorstellen onderzocht,
om aan de Algemeene Vergadering der plaatselijke
Boerenleenbank eenige zeggensmacht te geven, maai
bij nader onderzoek bleek steeds, dat de bezwaren groo*
ter waren dan de voordeden.
Bij de discussie opperde een der afgevaardigden vrees
voor partijdigheid bij Bestuur en bij Raad van Toezicht,
wellicht eerder nog dan bij de Algemeene Vergade*
ring; van de Bestuurstafel werd geantwoord, dat iedere
regeling vóór* en nadeden heeft, maar dat de leden van
het Bestuur en van Raad van Toezicht de vertrouwens*