1499 BIJLAGE tot het rapport der Commissie inzake de wijze van benoeming en ontslag van Kassiers bij de plaatselijke Boerenleenbanken, aangesloten bij de Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. De Statuten der plaatselijke Boerenleenbanken dienen te worden gewijzigd, als hieronder wordt aangegeven: Art. 18. 5. Het woord „Kassier" vervalt. Art. 29 luidt als volgt. Lid. 1. De Kassier wordt door het Bestuur benoemd voor den tijd van vier jaren. Op het tijdstip der be noeming mag hij den zeventigjarigen leeftijd nog niet hebben bereikt. Hij moet bij het aanvaarden zijner functie lid zijn van de Boerenleenbank en dat blijven gedurende den geheelen duur zijner bediening. Voor deze benoeming is de goedkeuring van den Raad van Toezicht der plaatselijke en van het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank vereischt. Weigert de Raad van Toezicht zijn goedkeuring aan de door het Bestuur gedane benoeming en wenscht het Bestuur geen andere benoeming te doen, dan heeft het Bestuur het recht, binnen één maand na de afwijzende beschikking van den Raad van Toezicht, in beroep te gaan bij het bestuur der Coöperatieve Centrale Boeren* leenbank, hetwelk de bevoegdheid heeft, na beide col* leges gehoord te hebben, bindend uitspraak te doen. Wordt hierbij goedkeuring verleend aan het besluit van het Bestuur, dan is de Kassier benoemd, ook zonder goedkeuring van den Raad van Toezicht. Wordt daaren* tegen de Raad van Toezicht in het gelijk gesteld, dan zal het Bestuur der plaatselijke Bank een nieuwe kassiers* benoeming moeten doen plaats vinden. Lid 2. De Kassier kan bij het verstrijken van den tijd, waarvoor hij is benoemd, door het Bestuur telkens voor vier jaren worden herbenoemd. Deze herbenoeming is onderworpen aan de goedkeu*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 15