1455
Ondanks dat er zooveel geklaagd wordt over de woe;
kerkantoren ,en nog onlangs bij den Minister van Justitie
werd aangedrongen op het indienen eener Wet tot
betere bestrijding van den woeker, komen betrekkelijk
weinig woekerzaken aan het licht, en kunnen er nog een
geringer aantal bij den Rechter worden aangebracht.
Degenen, die zich met woekerpraktijken bezig houden,
zijn gewoonlijk uiterst geslepen en weten wel hoe ver
zij gaan kunnen.
En meestal gebruiken zij het middel, dat zij hun slacht;
offers accepten laten teekenen, die dan aan handlangers
worden overgedragen en door dezen geïnd; aldus ont;
snappen zij bijna altijd aan eene rechterlijke vervolging.
In het Tijdschrift voor Armwezen, Maatschappelijke
Hulp en Kinderbescherming van 16 Januari j.1. wordt
door Mr. M. Schorlesheim een geval van woeker mede;
gedeeld, dat zeker nog niet van de ergste is.
Een rijksambtenaar had bij een der beruchtste woe;
kerkantoren in Amsterdam 90.geleend; in tien
maanden tijds moest hij 125.terugbetalen. En er
was zoo goed als geen risico aan deze leening verbonden,
want de voorschotnemer had zijn salaris aan zijn schuld;
eischer moeten cedeeren of overdragen.
Dat was een rente, over een vol jaar gerekend van
minstens 461/»
Gelukkig is dit een geval geweest, dat bewezen kon
worden en de kantonrechter te Amsterdam heeft den
woekeraar in zijne vordering tegen het slachtoffer niet;
ontvankelijk verklaard, omdat volgens zijn oordeel, de
overeenkomst tusschen geldschieter en geldnemer in
strijd was met de goede zeden.
Voor en na worden gevallen bekend waarbij honderd
en meer percenten worden bedongen; bijvoorbeeld, dat
voor een leening van 25.— een geheel jaar lang 1.
per week moest worden terugbetaald. Er zijn dan ook
al heel wat voorschotbankjes door vereenigingen tot
bestrijding van den woeker opgericht, waar de kleine
man, die in nood verkeert, geholpen kan worden.
Maar desondanks woedt de woeker nog steeds voort,