1427 Organisatiegeest. Een heel leelijk spreekwoord zegt: Ieder voor zich en God voor ons allen. Zulk spreekwoord mag nimmer in den mond, en nog minder in het hart zijn van den christelijk denkenden en handelenden mensch. Voor hem moet het christelijk spreekwoord de leuze zijn: Allen voor één en één voor allen. Dat is het grondbeginsel van alle ware organisatie. Hulpvaardigheid is een deugd, die in het bijzonder op het platteland beoefend wordt; men helpt er elkaar gaarne, en de plichten van buurman tot buurman zijn in vele streken nog hoog in eere. Bij de oprichting van de verschillende vereenigingen, en vooral bij de oprichting der Boerenleenbanken, is de onderlinge hulpvaardigheid en organisatiegeest schitte* rend gebleken. Nauwelijks begon de propaganda voor de Boerenleens banken, of van alle zijden, vooral in het Zuiden des lands, kwamen er sympathiebetuigingen. En het bleef niet bij woorden; de daden volgden weldra, en de Boes renleenbanken deden hare intrede in ons land. En het was een heerlijk bewijs van christelijke naass tenliefde, dat de Boerenleenbanken zich zoo spoedig verspreid hebben; want men vergete niet, dat in de meeste gemeenten de Boerenleenbanken zijn opgericht door degenen, die toen ter tijd niet gedacht hadden, dat ook zij of hunne kinderen ooit voordeel zouden trekken uit deze instellingen. En zeker waren de eerste bestuurders der Boerenleenbanken de meening toeges daan, dat zij enkel voor het welzijn van anderen werks ten, want nagenoeg overal begon men met de overtuis ging, dat slechts kleine credieten zouden kunnen vers strekt worden, en dat dus enkel de kleinere boer of tuinder zou kunnen geholpen worden. En ondanks deze overtuiging hielp men de Boerenleenbanken tot stand brengen, wat zeggen wilde, dat men onbeperkt aanspras kelijk bleef voor hare verbintenissen, hoewel men zelf

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1927 | | pagina 15