1389 tenland, en dus ook Nederland, niet kan concurreeren met het beschermde Binnenland. Nu is het gemakkelijk gezegd, dat wij ook maar onze grenzen moeten sluiten voor de producten van die lans den, die de onze weigeren; maar zoo eenvoudig staan de zaken niet, want zulke bescherming kan een tweesnijs dend zwaard zijn, en bij zulke vragen moeten de belans gen van alle groepen der bevolking in het oog worden gehouden. Maar in ieder geval mag en moet de vraag overwogen worden, of er van den kant van Nederland ook niet iets moet zijn, dat wij als voordeelen in ruil kunnen geven aan die landen die onze producten toes laten. En als het verbouwen van het ééne product niet meer loonend is, dan moeten de bakens verzet worden, en moet gezien en overwogen worden, wat men te doen heeft, om het landbouws en tuinbedrijf loonend te maken. Om dit alles te bereiken is ontwikkeling en voorlichs ting noodig; en vooral de leiders van onze landbouws en tuindersbeweging, van onze plaatselijke boerenbons den, boerenleenbanken, zuivelfabrieken enz. enz., zijn de aangewezen personen om hier leiding te geven. Maar hoe zullen zij dit kunnen, als zij zelf niet zeer goed op de hoogte zijn? En daarom verheugt het ons, dat er zooveel gedaan wordt, om onze leiders hooger ontwikkeling en ruimer inzicht te brengen. Vooreerst door onze gewestelijke landbouwbladen, die week aan week en huis aan huis het meest wetenss waardige op velerlei gebied verspreiden, en voedsel geven voor geest en hart. Maar een orgaan dat geëigend moet zijn voor alle leden van de tuins en landbouwbonden, kan niet vols doende geven voor de leiders. En daarom is sinds jaren verlangend uitgezien naar een Blad, waarin de leiders, en die naar meer ontwiks keling verlangen, al hetgeen zouden kunnen vinden, wat zij noodig hebben, om een beter en dieper inzicht te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 5