1343 kan handhaven zonder aan den goeden gang harer zaken afbreuk te doen. Ook die Banken, welke reeds in de laatste maanden van 1925 of in den loop van 1926 een renteverandering hadden voorgenomen, waaraan ons Centraal Bestuur op grond van meer of minder ernstige bezwaren ofwel goedkeuring heeft moeten onthouden ofwel slechts tijdelijke of gedeeltelijke goedkeuring heeft verleend, gelieven niet te verzuimen: uiterlijk met ingang van 1 Januari 1927 te voldoen aan de wenken, welke in ieder speciaal geval per brief door ons gegeven zijn. Tot goed begrip der rentekwestie verzuime men niet te lezen hetgeen voorkomt in de Mededeelingen blz. 1097, 1129, 1131 en vooral blz. 1163 en volgende. Wij meenen verder ook in herinnering te moeten brengen, dat de rente van 41/2%, welke onze Centrale vergoedt voor alle deposito's met 1 jAar opzegging, die de lokale Banken bij haar reeds op 31 December 1925 bezaten, teruggebracht zal worden tot 4%, ingaand 1 Januari 1^27; terwijl voor dergelijke deposito's: met 6 maanden opzegging de rente van 4% reeds terug* gebracht is jot 33/i%, met ingang van 1 Juli 1926. Van het besluit tot rentewijziging gelieve men ons te zijner tijd kennis te geven. Ten slotte merken wij op: dat wij op nader verzoek steeds gaarne van advies zullen dienen. De Boerenleenbanken en het klein grondbezit. Vanaf de oprichting hebben de Boerenleenbanken medegeholpen, om de land* en tuinbouwbedrijven meer loonend te maken, en daardoor de welvaart onder den landbouwenden stand te bevorderen. Nagenoeg bij iedere Boerenleenbank kan men met feiten aantoonen, dat door de hulp der Boerenleen* bank of van de Boerenhypotheekbank eene opschui* ving ten goede bij menigen landbouwer en tuinder is gekomen. Boerenarbeiders werden kleine boeren en kleine boerenbedrijven werden tot flinke boerderijen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 7