1347
dienst bij anderen zijn hoofdberoep maakt, hetgeen veek
vuldig voorkomt, of welke toestand gemakkelijk kan
worden geschapen, is de wet op hem toepasselijk. Op
het land is er dus een vrij groote groep van arbeiders,
die van de voordeelen der wet kunnen gebruik maken.
Welke zijn de voordeelen der wet?
Voor vele arbeiders blijft hun loffelijk streven om te
komen tot eigen zelfstandigheid zeer dikwijls een vrome,
onvervulde wensch. Aan dat streven in de toekomst een
groote kans van slagen te geven vormt een der hoofd*
gedachten der wet, en die gedachte tracht ze op de
volgende wijze te verwezenlijken.
Laten we veronderstellen, dat een landarbeider zich
zelfstandig wil vestigen met eigen kleine woning en
eenig akkerland. Hij kan daartoe op niet moeilijke en
voor hem voordeelige wijze geraken.
Den landarbeider, zoo zegt de wet, die aan zekere
eischen voldoet, wordt, overeenkomstig de bepalingen
der wet, gelegenheid gegeven om een woning met land
in eigendom te verkrijgen. Wat de eischen betreft, waar*
aan hij moet voldoen: de arbeider moet zijn Nederlan*
der, 25 tot 50 jaren oud, minstens 2 jaar ingezetene der
gemeente of aangrenzende gemeente en voldoende ge*
goed om ten minste één tiende van de kosten van
woning en land te betalen. Wijl nu de wet als maximum
bedrag voor aankoop van woning met land een som
van 4000,noemt, kan men als regel aannemen, dat
de arbeider, die over een bedrag van 400,beschikt,
in de gelegenheid is om het landbouwbedrijf in eigen
woning met eenig land te gaan uitoefenen en alzoo de
eerste schrede te zetten in de richting, die leidt naar de
positie van den, weliswaar kleinen, maar zelfstandigen
landbouwer. (Over zijn geldelijke verplichting tegen*
over de gemeente, hierna).
Hoe moet de arbeider nu te werk gaan
om aan een zoogenaamd „plaatsje", dat is de wettelijke
benaming voor woning met daarbij behoorend land, ge*
holpen te worden?