1329 het nuttig hier opnieuw, met korte woorden, wezen en werking van het krediet uiteen te zetten. Het is ontegensprekelijk dat vele boeren in de laatste jaren eigenaar geworden zijn van landerijen of boerde* rijen. Velen hebben, om dit te verwezenlijken, het krediet moeten aanspreken, dat wil zeggen geld moeten ontleenen. De tijd is voorbij dat de boeren het als een schande aanzagen van het krediet gebruik te moeten maken en dat ze liever hun boerderij zagen ten onder gaan dan geld te moeten ontleenen om vooruit te kun* nen. Enkel hier of daar nog een sukkelaar die nog de oude vooroordeelen niet ontgroeid is, en 't is juist het geval van iemand die in de gelegenheid was zijn hof* stede tegen tamelijk voordeelige voorwaarden af te koopen, maar de volledige koopsom niet kon afbetalen, en beslist weigerde daartoe een leening aan te gaan onder voorwendsel dat iemand zou weten dat de koop gedeeltelijk met ontleend geld gedaan werd, dat er ons deed aan enken hierover te schrijven. Krediet komt van het Latijn credere, dat beteekent gelooven, betrouwen hebben in iemand. Aan iemand krediet geven, wil dus zeggen dat men hem bij voor* beeld geld overhandigt of geld laat houden, omdat hij zoo vertrouwenswaardig is, dat er vast kan op gerekend dat hij dit geld later, op het vereischte tijdstip, zal terug* geven. Het spreekt vanzelf dat men meest vertrouwen heeft in iemand die in goeden doen is, of die tot waar* borg zijner ontleening onderpand kan geven, of wiens persoonlijke hoedanigheden borg staan voor zijn han* delwijze in de toekomst. Dit zegt genoeg dat alleen krediet zullen bekomen, menschen die vooruit willen. In de praktijk is dit heelemaal juist. Welke boer ontleent geld? Hij die land wil aankoopen, die wil bou* wen, die zijn zaak wli uitbreiden, die dieren wil aan* koopen. Een boer die door tegenslag achteruitgegaan is, en die opnieuw vooruit zal gaan, zoo hij maar over geld beschikt, ontleent ook, enz. Telkens echter is er de bedoeling bii: met het ontleende geld ander geld winnen, zoodanig dat men het ontleende kan terug* betalen en nog een deel winst overhouden. Of er dus

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 9