1290
Verder bepaalt art. 57 der Statuten:
De Vereeniging (Boerenleenbank) wordt ontbonden,
wanneer de termijn, waarvoor zij is aangegaan, verstres
ken is, zonder dat tot verlenging is besloten. Men dient
dus te zorgen, dat de in art. 56 vermelde maatregelen
tijdig worden voorbereid en genomen.
Ook is de vereeniging (Boerenleenbank) ontbonden,
wanneer op de Algemeene Vergadering, die over de
voortduring der Vereeniging (Boerenleenbank) te be*
slissen heeft, geen tien leden zich voor het voortbe*
staan verklaren, in welk geval de afwezige leden wor*
den geacht vóór de voortduring te stemmen, tenzij het
tegendeel schriftelijk blijke.
Het eenige gevaar, hetwelk hier dreigt, zou dit kurn
nen zijn, dat de Bank tegen den wil en tegen de bedoe*
ling der leden zou ophouden te bestaan, doordat men
den bestaanstermijn had laten verloopen, zonder tijdig
voor de voortduring zorg te dragen. Wij waarschuwen
daarom reeds nu de Boerenleenbanken, welke thans
jaar na jaar aan de beurt zullen komen, om deze kwes=
tie in het oog te houden. Men zie art. 56 der Statuten
na, waarin de datum der oprichting is vermeld. Het
Bestuur eener Boerenleenbank, welker oprichtingsdas
tum blijkens genoemd artikel viel in 1898, moet
erop voorbereid zijn, dat de vervaldatum komt te val*
len in 1927 (het aanstaande jaar) en moet er derhalve
voor waken, dat uiterlijk zes maanden vóór dien datum
een Algemeene Vergadering bijeen geroepen wordt, om
over de voortduring der Bank te beslissen. Ligt de ver*
valdatum in de eerste helft van 1927, dan moet de op*
roeping gevolgelijk nog in 1926 plaats hebben.
Bovendien zorge het Bestuur ervoor, dat de Centrale
Bank minstens acht maanden vóór voormelden vervab
datum van een en ander bericht ontvangt. Zij zal dan
de noodige verdere inlichtingen geven en daarna voor
de formaliteiten ter bekoming der Koninklijke bewilli*
ging enz. den noodigen bijstand verleenen.
Voor de Boerenleenbanken, opgericht in 1899, komt
de beurt in 1927/1928; voor die, opgericht in 1900 komt