1284 De Z. E. Heer Pastoor van Dreumel, de parochie, die door den watersnood het meest geteisterd werd, brengt hartelijk dank voor de woorden van medevoes len, door den Voorzitter gesproken, en voor den reeds verleenden en voor den nog toegezegden steun. Hij maakt van de gelegenheid gebruik, om oprechten dank te brengen aan het Hoofdbestuur van den NoordsBrabantschcn Boerenbond en aan alle boes ren, die op zoo schitterende wijze getoond hebben hoe bij deze ramp de christelijke liefde de boventoon ges voerd heeft. Zij hebben de vrouwen en kinderen opges nomen en het vee verzorgd, ja nog hun voorraad afges staan,om verder het vee te kunnen onderhouden. Spreker brengt dank namens alle geteisterden aan het hier aanwezig Bestuurslid der Centrale Bank, Baron van Voorst tot Voorst, voor zijne pleitrede in de Tweede Kamer. Hij hoopt, dat verkregen wordt, dat ook de Regeering zal steunen, want van den kant van de landsregeering is hier schuldige nalatigheid in het spel. Hij roept daarom ook de hulp in der andere aans wezige afgevaardigden der Tweede Kamer. Baron van Voorst tot Voorst dankt den Pastoor van Dreumel, betreurt, dat hij zoo weinig kon bereiken, en verzoekt op de hoogte gehouden te worden van wat er verder geschiedt, wijl de Regeering wel zal helpen, als de particuliere hulp te kort schiet. Hierna wordt het Rapport over de steunverleening in zake den Watersnood zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Uittreding. De Boerenleenbank te NoordsScharwoude, afkom» stig van de Centrale Bank van Alkmaar, heeft den wensch te kennen gegeven, onze organisatie, waarin zij eerst sedert kort was opgenomen, weder te verlaten. De reden hiervoor is, dat wij niet hebben kunnen goeds vinden, dat de Bank zich bewegen zou op het terrein van uitleeningen aan anderen dan boeren en tuinders. De Voorzitter van het Bestuur heeft daar reeds over

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 28