1283
Dit is hetgeen er tot dusver is geschied. Zoo goed
mogelijk is dus thans verzekerd, wat de Boerenleen*
banken betreft, dat alles behoorlijk kan functioneeren.
Toch is het niet uitgesloten, en is het zelfs te vers
wachten, dat de gevolgen van den watersnood ook nog
een finantieelen terugslag zullen hebben op de banken
en haar leden in de getroffen streken. Ook dan moet
er geholpen kunnen worden.
Daarom heeft het Bestuur der Centrale Bank over*
wogen of het niet gewenscht zou zijn over te gaan tot
het vormen van een watersnoodfonds, waarin door alle
Banken zou worden deelgenomen, alsook door de Cen*
trale, uitgenomen alleen die Banken, die zelf steun zou*
den blijken noodig te hebben.
Omdat echter thans nog niets met zekerheid te zeg*
gen is, of al dan niet een fonds tot dit doeleinde nood'
zakelijk is, meent het Bestuur der Centrale Bank dan
ook nog niet met een voorstel te moeten komen in die
richting. Alleen zou het wenschen, dat de Algemeene
Vergadering zich in beginsel ermede vereenigt, dat, als
er hulp noodig blijkt, inderdaad gesteund zal worden
en dat er alsdan tot vorming van zulk een steunfonds
zal worden overgegaan. Indien intusschen vóór onze
eerstvolgende Algemeene Vergadering, die over de
fondsvorming zal hebben te beslissen, dringend hulp
zou noodig blijken te zijn, zou het Bestuur der Centrale
Bank eenige vrijheid van beweging moeten hebben, om
vooruit te loopen op de vorming van het gemeenschap*
pelijk fonds, en onder goedkeuring van den Raad van
Toezicht moeten kunnen helpen.
Voor de Banken in de getroffen gebieden, zal het een
geruststelling zijn, reeds nu te weten, dat het solidari*
teitsgevoel van de bij onze Centrale aangesloten Ban*
ken zoo groot is, dat zij niet zullen toelaten, dat haar
zustervereenigingen in de geteisterde gebieden alleen
zouden komen te staan voor moeilijkheden, waaraan
zij zelf geen schuld hebben.
Ik vertrouw, dat de Algemeene Vergadering hier*
mede accoord gaat.