1279 zichtbaar zegende. Dan dankt hij Bestuur en Raad van Toezicht en Directie en de afgevaardigden voor de aan* gename samenwerking, en het ondervonden vertrouw wen waardoor zijn ambt als Adviseur zoo gemakkelijk werd gemaakt. Dan geeft hij tot het punt van de Agenda eene Toelichting, waarin met nog eenige voorbeelden aangetoond werd, wat gezegd wordt in de volgende uiteenzetting, opge* nomen in de Agenda: In de latere jaren is er herhaaldelijk van verschik lende zijden bij het Bestuur der Centrale Bank aam drang uitgeoefend om althans de mogelijkheid te opes nen, dat benoeming en ontslag van den Kassier op een andere wijze dan dat tot dusverre gebruikelijk was, zou geschieden. Thans schrijven de Statuten voor, dat dit gebeurt door de Algemeene Vergadering. De Centrale Bank staat er buiten. Meermalen nu waren er gevallen, waarin getracht werd om een goed kassier bij perios dieke aftreding door een ander te doen vervangen, en= kei omdat men om persoonlijke redenen een ander wilde bevoordeelen, en ofschoon de kassier jaren lang zijn taak uitstekend had vervuld, zoodat Bestuur en Raad van Toezicht zoowel als de Centrale Bank zijn aanblijven op hoogen prijs stelden. Ook kwam het voor dat het Bestuur der plaatselijke Bank den Kassier om zakelijke redenen gaarne zou zien heengaan, maar dat men om persoonlijke gevoeligs heden niet goed durfde optreden. Ten slotte deden zich gevallen voor, waarin het in het belang van den goeden gang van zaken noodig bleek een kassier niet langer te handhaven. Ofschoon echter Bestuur en Raad van Toezicht alsook de Centrale Bank, die zijn werk het best konden beoordeelen, vóór het ontslag waren, moest hij langer in functie blijven dan in het belang der Bank gewenscht was. Het denk= beeld nu is geopperd, om vooreerst de mogelijkheid te openen, om de Kassiersbenoeming te doen geschieden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 23