1274
Bestuur een nadere bestemming te geven voor land*
bouwonderwijs en andere landbouworganisaties, waars
voor het in het belang der boeren en tuinders kan wors
den aangewend. Ik vertrouw, dat deze Algemeene Ver»
gadering zich daarmede zal kunnen vereenigen.
Tenslotte een woord van dank. Dank aan mijne mes
debestuurderen en den Raad van Toezicht voor de
toewijding en de belangstelling in het afgeloopen jaar
getoond. Dank aan onzen geestelijken adviseur den
Zeer Eerw. Heer van der Marck, de groote kenner
van het landbouwscrediet in het algemeen en van
onze organisatie in het bijzonder. De man, die in de
Algemeene Vergadering van het jaar 1901 aan ons
Bestuur werd verbonden en dus heden 25 jaar in
den dienst van onze organisatie gearbeid heeft met
een energieke zorg, met een onbaatzuchtigheid, met
een zelfopoffering en met een sympathie, die boven
allen lof verheven zijn. Aan hem onzen dubbelen dank.
Wij zullen hem niet vergeten, nu niet of nooit, noch
hem, noch zijne vele verdiensten, in de hoop dat we
hem nog vele jaren in ons midden mogen zien, tot
genoegen van ons allen, ten zegen van onze Bank.
Dank aan de Heeren Kessels en Dubois, die hun ges
heele persoonlijkheid en hun geheele werkkracht aan
de Bank met liefde hebben gegeven. Dank aan het ges
heele personeel, dat zijn taak met voorbeeldigen ijver
heeft vervuld. Dank vooral aan God, die zichtbaar zijn
volle zegen aan onze instelling heeft geschonken en
ons in staat heeft gesteld om met het oog op de bes
haalde resultaten op dezen schoonen dag te juichen en
te jubelen de hoogste toonen uit. Aan Hem, ja Hem
alleen de eere!
Nadat de vergadering van hare instemming met deze
rede luide blijk heeft gegeven, vraagt de afgevaardigde
van Roosendaal, of van het beschikbaar gedeelte der
winst geen grooter gedeelte aan de landbouwscholen
kan worden gegeven, die steun zoo hard noodig hebben;
hij zou willen voorstellen 8000.te beschikken voor
deze scholen en 2000.— voor de Nederl. Boerenbond.