1233 Bij vorige gelegenheden heeft de ondervinding ge* leerd, dat dit Fonds vele huisgezinnen geholpen heeft, zonder zelfs noemenswaardige schade te lijden. Wel moet het Bestuur van het Fonds overtuigd zijn, dat de borgstelling verstrekt wordt ten gunste van iemand, die door een voorschot werkelijk geholpen is, en in staat zal zijn dit voorschot bij jaarlijksc'he ter* mijnen terug te betalen; en daarom stelt het Fonds voor die gemeenten, waar borgstellingen worden aange* vraagd, plaatselijke Commissies van Bijstand, in. In de samenkomst tusschen de Besturen van het Fonds en van de Centrale Boerenleenbank wer'd overeen* gekomen, dat als regel het Bestuur eener aangesloten plaatselijke Boerenleenbank als Commissie van Bijstand zal optreden, en dat de Centrale Boerenleenbank de onderhandelingen zal voeren met het Bestuurr van het Fonds. Indien zich dus bij eene Boerenleenbank het geval voordoet, dat een lid door een voorschot zou kunnen geholpen worden, maar geen borg kan vinden, dan wendt het Bestuur dezer Boerenleenbank zich tot de Centrale Bank. De Centrale Bank zal dan de noodige gegevens vragen, welke zij, met 'haar advies, doorzendt naar het Bestuur van het Watersnoodsfonds, dat de beslissing heeft over de al* of niet*verleening van de borgstelling. Zou om de een of andere reden het Watersnoodsfonds de borgstelling niet kunnen verleenen, dan zal de Cen* trale Bank overwegen, of zulke man wellicht op andere wijze te helpen is. Indien ter plaatse waar het Bestuur eener Boeren* leenbank als Commissie van Bijstand optreedt, een voor* schot gevraagd wordt door iemand, die geen lid is van eene Boerenleenbank en die een voorschot bij eene andere bank zou krijgen, dan zal het Bestuur dezer Boerenleenbank gevraagd worden om advies en verdere gegevens, en wij twijfelen er niet aan, of het Bestuurr zal, als zulke gevallen zich voordoen, gaarne zijne mede* werking tot deze hulpverleening geven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 9