1211 Maar er zijn ook vele leden van Boerenleenbanken, die ondanks al hun goeden wil, niet in staat waren te sparen; die als jonggetrouwde menschen eene talrijke familie hebben te onderhouden, of die door ongelukken en ziekten werden getroffen. Doch ook voor dezen is thans de Boerenleenbank een oprechte „hulp in den nood". Want de Boerenleenbanken zullen gaarne alles doen, om de getroffenen door den watersnood te hulp te komen. De leden van Bestuur en Raad van Toezicht en de Kassier hebben hier een prachtige rol van christelijke naastenliefde te vervullen. Want met raad en daad kun* nen zij de getroffenen bijstaan. Met raad, door met de getroffenen te overleggen, wat nu het beste voor hen is, want het is soms zeer moeilijk, om bij zulke rampen te weten, op welke wijze men er weer het eerst bovenop komt; en dan met daad, door het middel te zoeken om hun de benoodigde voorschotten te verschaffen. Dit middel zal verschillend moeten zijn naar gelang van omstandigheden, maar waar de Boerenleenbanken zoo* wel als de Centrale Bank gaarne hulp willen bieden, daar zal voor een oppassenden landbouwer of tuinder, met gemeenschappelijk overleg, ook wel een middel gevonden worden om hulp te verschaffen. De Belegging van gemeentegelden op Boeren leenbanken. In de meeste provinciën van ons Land maakten de Gedeputeerde Staten geen bezwaar, indien de gemeen* ten geld wenschten te beleggen bij Boerenleenbanken, zonder dat de Boerenleenbanken daarvoor onderpand behoefden te geven. Terecht werden de Boerenleenban* ken, wegens de onbeperkte aansprakelijkheid der leden, zoo solied geacht, dat onderpand onnoodig werd ge* vonden. Wel kwam het voor, dat de Gedeputeerde Staten van de een of andere Provincie de borgstelling eischten van de Centrale Boerenleenbank, waarbij de betrokken Boerenleenbank was aangesloten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 3