pandbrief van 1000.moet dus worden betaald 1012.50, voor een stuk van 500.dus 506.25. Na 1 April 1926 worden geen 5% pandbrieven meer afgegeven; wel zijn dan zoolang de voorraad strekt 4V2% pandbrieven verkrijgbaar. Namens het Bestuur: F. J. M. KESSELS, Secretaris. Boerenleenbanken en Watersnood. Ernstige rampen, als wij thans in den jongsten watersnood beleefd hebben, doen een keer te meer duidelijk uitkomen, van welke beteekenis de Boeren* leenbanken voor de land* en tuinbouwende bevolking is. Want de Boerleenbanken hebben niet weinig de spaarzaamheid bevorderd, zoowel door het gemak om ook de kleinste bedragen in de Spaarbank te kunnen beleggen, als door de verspreiding van de idee der spaar* zaamheid. Behalve dat op de Algemeene Vergaderingen over de wenschelijkheid en de voordeelen der spaar* zaamheid gesproken werd, is het lidmaatschap eener Boerenleenbank eene voortdurende herinnering of om te sparen of om de schuld, die men er heeft, af te lossen. Men vergete niet, dat schuld aflossen ook een vorm van sparen is, en indien er geen Boerenleenbanken waren, zou de landelijke bevolking onder heel wat meer schulden gebukt gaan dan thans, want geen enkele kas* sier of bestuurslid onzer Boerenleenbanken zal het ons tegenspreken, dat juist in de aflossingen met kleine be* dragen het geheim ligt, waarom de schulden zoo gemak* kelijk worden afgelost, en waarom de Boerenleenbanken zoo weinig schade lijden op de uitleeningen. Er zijn thans heel wat getroffenen door de ramp van den watersnood, die niet behoeven te wachten op uit* keeringen van de Watersnoodcommissie, en evenmin noodig hebben voorschotten te vragen, maar uit hun eigen bespaard geld de noodige voorzieningen kunnen treffen. Met voldoening en rechtmatigen trots mogen deze op hunne spaarzaamheid terugzien. 1210

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 2