1218 onder de leden wordt verdeeld; dat de bestuursleden geenerlei salaris genieten en geen geldelijke uitkeerin* gen aan de leden wordt gedaan; dat volgens de ver* klaringen van de ter terechtzitting gehoorde getuigen, de leden aan de bank gemiddeld niet meer dan 1% betalen boven de rente, die aan de spaarders vergoed wordt voor hetgeen door dezen aan de Bank wordt ge* leend en de statuten streng worden gehandhaafd; dat uit dit alles duidelijk blijkt, dat bij de Boeren* leenbank het streven om winst te behalen ten eenenmale ontbreekt en alzoo van een handelszaak in den zin van art. 2 der Handelsregisterwet niet kan worden ge* sproken; dat alzoo een der elementen van het aan beklaagden ten laste gelegde strafbaar feit niet is komen vast te staan, zoodat de Kantonrechter beklaagden daarvan terecht heeft vrijgesproken en dit vrijsprekend vonnis zal behooren te worden bevestigd enz. Met tot slot dat het vonnis van den kantonrechter, waarbij de beklaagden werden vrijgesproken, werd be* vestigd. De Boeren hebben het dus weer eens gewonnen. En met vlag en wimpel! Het handelsregister blijft dus voor den handel en de Boerenleenbanken voor de boeren. Landbouwcrediet in Limburg door den Z.E. Heer Th. H. A. M. van der Marck. R,K. Pr., Geestelijk Adviseur van de Eindhovensche Coöp, Centrale Boerenleenbank te Roermond. (R. K. Boerenstand) II. Vervolg. Wij laten thans eenige statistieken volgen, welke de ontwikkeling van het Boerenleenbankwezen in Limburg aantoonen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 10