1202
ten (die der deposito en die der gewone spaargelden)
naar verkiezing in afzonderlijke bedragen of in één
of twee Dagboekposten vereenigd in de kolommen
5 en 6; 10 en 14.
Uitbetaalde depositorenten.
Bij uitbetaling van depositosrenten volgt men den
gewonen regel, volgens welken het rentebedrag geboekt
wordt in het Dagboek in de kolommen 10 en 14.
Op de depositorekening in Grootboek I wordt in vak
3 ingevuld: „Betaalde rente" en in kolom 7 boekt men
het bedrag. Uitbetaalde depositorenten worden op de
gewone wijze in het Depositoboekje vermeld.
Afzonderlijke Uittreksels.
Van de depositosrekeningen moet een AFZONDER*
LIJK UITTREKSEL I worden opgemaakt. Dit zal des
te gemakkelijker zijn, zoo de depositosrekeningen in
een afzonderlijk DepositosGrootboek I bijeen staan. Al*
dus krijgt men derhalve een afzonderlijk Uittreksel I
voor de deposito's en een afzonderlijk Uittreksel I voor
de gewone spaargelden.
Voor wat de op de gewone spaarrekeningen bijges
schreven depositosrenten betreft, verdient het wel de
voorkeur, ze toch niet op het Uittreksel der gewone
spaargeldsrekeningen maar op het Uittreksel der Depo*
sitosrekeningen te vermelden.
En dan nog dit:
Zij die door vergelijking van de uitkomsten der Uit*
treksels met de Dagboekafsluiting de juistheid der ge*
gevens willen vaststellen, moeten erop letten, dat, zoo*
als vanzelf spreekt, voor de juiste controle op de eind*
bedragen der Dagboekkolommen 6 en 11 de daarop
betrekking hebbende eindbedragen der afzonderlijke
Uittreksels I (van depositorekeningen en gewone spaar*
rekeningen) moeten worden samengeteld.
Afzonderlijke vermelding der Deposito's in de Rekening
en Balans.
Voor een juist overzicht is het noodig, dat zoowel in
de Rekening voor wat betreft: de in den loop des jaars