1200 wone spaarrente genoegen te nemen, is er op een middel gezonnen, hetwelk den deposant eventueel uit zijn om gelegenheid zou kunnen redden. Dit middel bestaat hier* in, dat het Bestuur den betrokkene op zijn verzoek een voorschot kan geven voor het tijdsverloop, hetwelk de opzeggingstermijn (nog) eischt, terwijl het deposito dan strekt tot onderpand. Het moet dan minstens tot het bedrag van het voorschot zijn opgezegd. Voor een zoodanig voorschot gelden eveneens de be* palingen van artikel 10 van het Huishoudelijk Reglement in zake rente en provisie. De transactie berokkent den deposant in dit opzicht dus een klein verlies, waartegen echter natuurlijk opweegt het voordeel hetwelk de tijdige beschikking over de gevraagde gelden hem oplevert. Het voorschot wordt op de gewone wijze in Bestuur en zoo noodig Raad van Toezicht behandeld. Voor het voorschot met deposito*onderpand wordt formulier 12 e opgemaakt en geteekend. Dit is op aam vraag bij de Cenrtale Bank verkrijgbaar. De bij te schrijven renten van deposito-gelden bij de afsluiting der boeken. De renten van de depositogelden worden op de depositorekeningen op dezelfde wijze berekend, als die voor gewone spaargelden. Als het bedrag der gekweekte deposito=rente op de depositorekening bijgeschreven en aldus bij het depo* sito*kapitaal gevoegd wordt, kan deze kapitaal gewor* den rente evenmin eerder worden opgevorderd door den deposant, dan een vol jaar of volle zes maanden na de opzegging, gelijk het geval is met het oorsprom kelijk deposito*kapitaal. Zoolang de deposant zich hiermede niet accoord ver* klaard heeft, door bijschrijving op de depositorekening te verzoeken, dient het bedrag der gekweekte deposito* rente voor directe opvordering ter beschikking te blijven. Tot dit einde moet het tenzij het tegendeel wordt verzocht niet op de depositorekening maar op de (een) gewone spaarrekening ten name van den betrok* kene als bijgeschreven rente worden geboekt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1926 | | pagina 24