1191
inspecteur; en ondanks zijn drukken werkkring te Maas*
tricht, bleef hij de vergaderingen te Eindhoven bijwonen,
en zich belasten met een deel der inspectie, totdat in
1905 enkele bezoldigde inspecteurs de inspectie overs
namen. In den Raad van Toezicht werd hij opgevolgd
door den Z.E. Heer Th. van der Marck (Heel).
In 1902 legde de heer G. Peters zijn functie als bes
stuurslid neer en werd opgevolgd door Mr. P. Truyen
(Roermond).
De Heer Jan Truyen, die op voorschrift van den ges
neesheer meer rust moest nemen, nam ontslag als lid
van den Raad van Toezicht en werd vervangen door
den Heer J. Stoot (Venray).
In 1905 werden de statuten der Centrale Bank herzien
en er werd naast den Raad van Toezicht een Bestuur
ingesteld, dat de leiding der zaken zou voeren, zooals
dit tot nog toe door den Raad van Toezicht was ges
schied; de Directeur zou niet meer voorzitter, maar
procuratiehouder van het Bestuur zijn.
Tot leden van het Bestuur werden uit Limburg ges
kozen Mr. P. Truyen (Roermond) en Mr. Th. Aquarius
(Elaelen).
Tot leden van den Raad van Toezicht: J. Stoot (Vens
ray), Henry Pijls (Schinnen), J. Kamerbeek (Venlo).
Wegens zijne overplaatsing naar Roermond, waar toen
nog geene Boerenleenbank bestond, kon de Z.E. Heer
van der Marck niet meer in aanmerking komen als lid
van den Raad van Toezicht, maar werd door Z. D. H.
Mgr. Drehmanns benoemd tot Geestelijk Adviseur.
In 1906 werd, bij de uitbreiding van het aantal leden
van den Raad van Toezicht gekozen Jhr. Mr. L. van der
Maesen de Sombreff (Heerlen), die in 1908 ontslag nam.
In 1907 werd de heer J. Kamerbeek, lid van den Raad
van Toezicht, tot bestuurslid gekozen, welke functie
hij nog waarneemt.
Mr. Truyen trad, wegens ingetreden verwantschap
met den Voorzitter, als lid van het Bestuur af, maar
bleef aan de Bank verbonden, wijl hij het rechtskundig
adviseurschap als eeresambt aanvaardde en later tot lid