1188
maar moest een schuldbeteekenis teekenen van 120,
eene verhooging van 20 wegens provisie en kosten,
terwijl de rente een paar percent hooger was dan de
toen geldende. Afbetaling in gedeelten was niet ge*
oorloofd, zoodat het jaren en jaren duurde vooraleer
zij uit de schuld kon komen.
Veel erger ging het een man, die bij een zaakwaars
nemer een 300 geleend had; behalve de noodige pro*
visie betaalde hij 7 met de bepaling, dat de rente
telkenjare met 1 zou verhoogd worden als hij de som
niet terugbetaalde. Gedeeltelijke aflossing was natuur;
lijk niet toegelaten. De rente was tot 9 opgeloopen,
toen in de plaats zijner inwoning een boerenleenbank
werd opgericht. Hoewel noode want 't is wonder,
dat de slachtoffers van woeker en bedrog zich zoo
menigwerf schamen om hun toestand bloot te leggen
ging de man naar den kassier der Boerenleenbank en
vertelde zijn toestand. De kassier deelde de zaak mede
aan het Bestuur, en wijl de man zeer oppassend en flink
was, besloot het Bestuur den man te helpen. De kas;
sier belastte zich met de afwikkeling der schuld bij den
zaakwaarnemer. En wat bleek toen? Niet meer of min*
der, dan dat de man over ieder jaar 9% moest betalen,
want de schuldbekentenis was zoo sluw opgesteld, dat
de hoogste te betalen rente over den geheelen duur der
leening zou gelden. Had de man geen boerenleenbank
gevonden, dan hadden na eenige jaren hoofdsom en
rente zoo'n hoog bedrag gevormd, dat hij voor de schuld
eenvoudig zou zijn uitverkocht, zooals meermalen in
die dagen gebeurde.
Als men zulke verhalen hoort, die thans op sprookjes
gelijken, dan begrijpt men, met welke sympathie de
boerenleenbanken door de „kleine luyden" werden ont*
vangen en welk uitstekend werk van naastenliefde de
meer gegoeden hebben verricht door de oprichting der
Boerenleenbanken mogelijk te maken.
De eerste Boerenleenbanken werden opgericht in 1897;
het meeningsverschil, of de Boerenleenbanken vob
gens de Coöperatiewet van 1876 of volgens de Vereenb