uc boeren en tuinders lid worden, wat de solidariteits* gedachte, die aan de Bank ten grondslag ligt, vordert, - en dat voorkomen wordt, dat men zich eerst het bestaan der Bank herinnert, als men een voorschot noo* dig heeft, en eerst dan lid zou worden. De Boerenleenbank is dus geenszins verplicht van jan en alleman geld aan te nemen. Zij mag gerust heel kieskeurig zijn, cn behoeft leden en nietdeden niet over één kam te scheren. Hoever men in iedere plaats daar* mede gaan kan, hangt van de omstandigheden af. Wat voor één plaatselijke Bank goed is, kan voor andere ver* keerd zijn, maar een regel, dien men vrijwel overal kan toepassen, is, dat boeren en tuinders allne lid moeten zijn, willen zij spaargeld bij de Bank mogen beleggen. Dat zij alleen zouden profiteeren van de lusten (hooge spaarrente, groote soliditeit,) zonder te deelen in de lasten (aansprakelijkheid, enz.) zou niet billijk zijn. Wanneer men bij een plaatselijke Bank besloten heeft, dat men niet alleen van de leden maar ook van derden spaargelden zal accepteeren, dan verdient het wel aam beveling niet dezelfde rente te geven aan die derden als men aan de leden geeft. De leden versterken door hun aansprakelijkheid de soliditeit der Bank en daarom mogen zij ook met recht aanspraak maken op wat meer rente dan derden, die buiten de bank staan, ontvan* gen. En zoo gebeurt het ook, dat zeer vele Banken, waar men ook gelden van nietdeden aanneemt, deze nietdeden minder vergoedt dan de leden zelf krijgen. Dat is volkomen redelijk en billijk. Als men over rente spreekt, denkt men daarbij natuur* lijk ook aan de rentabiliteit van het bedrijf. Een bank en ook een Boerenleenbank, al is dat geen handelszaak, moet toch evengoed als ieder zorgen, dat zij ieder jaar uitkomt, dat zij werkt zonder verlies, dat zij liever nog overhoudt, dat zij rendeert. Iedere Boerenleenbank zorgt daar vanzelf voor. Het ligt zóó voor de hand, dat er niet veel over behoeft gezegd te worden. De Statuten bepalen het overigens doordat zij als doel der Bank o.a. opzetten: 1169

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 9