1171 gen, dat het bedrijf voldoende rendeert. Komt er koers* winst bij uitstekend, maar er kan ook koersverlies komen, of er kan ongeveer een gelijke stand blijven. En dan moet uit het verdere bedrijf toch nog een over? schot blijven. Welke rente men voor voorschotten moet vragen is in 't algemeen natuurlijk weer niet te zeggen. Men moet met hetgeen hiervoor is opgemerkt rekening hom den, maar in het algemeen kan daaraan nog wel worden toegevoegd, dat men niet onder 4% moet gaan voor voorschotten, omdat anders een voor den tijd te lage rente zou worden berekend, wat weer ongunstig zou kunnen werken en onverstandig schuld maken in de hand zou kunnen werken. Dat zou zich wreken, als dan later weer de rente zou moeten worden verhoogd, iets, wat dan zeer zeker niet zou uitblijven. In loopende rekening dient de debet*rente hetzelfde te zijn als voor voorschotten, althans echter niet lager. Eén uitzondering is er gewenscht, n.1. bij uitleeningen aan vereenigingen, ten bate van den landbouw opge* richt, zooals aankoopvereenigingen, zuivelfabrieken etc.; voor zoover zij voor hun bedrijfscrediet nog bij de banken geholpen worden, dient men een aparte debet* rente in rekening te brengen en wel iets hooger dan aan de individuele leden wordt berekend. Dit is heel rede* lijk, vooreerst omdat deze vereenigingen het heel ge* makkelijk kunnen dragen, en verder omdat zij alle min of meer een handelskarakter dragen, waardoor zij ook al zij het van verre, de handelszaken ook in haar rente* vergoedingen dienen te volgen. Herhaaldelijk doet zich ook de vraag voor, welke rente men in rekening moet brengen voor beleggingen, zooals uitleeningen aan kerkbesturen, gemeenten etc. De Algemeene Vergadering staat daarbuiten en de be* slissing hierover is aan het Bestuur der plaatselijkeBank onder goedkeuring der Centrale Bank. Als algemeenen regel kan men nemen, dat zulke belegging wordt gedaan om de Bank iets extra's te laten verdienen, en dat de debetrente dan ook hooger moet zijn, dan voor de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 11