1170 het vormen van een fonds. Dit fonds, het reservefonds wordt gevormd, dat weet iedereen, uit de jaarlijksche overschotten of winsten der bank. En men is er op gesteld jaarlijks iets over te houden, omdat het altijd mogelijk is, dat een boerenleenbank op haar uitleenin gen verliezen lijdt, of als zij effecten heeft, deze op een slechten dag in waarde ziet achteruitgaan, zoodat af schrijving noodig wordt. Wij denken nu maar even aan de Russen. Daarom vormt men nu reserve. Bij de vast stelling der rente moet men dus ermede rekening hou den, dat men een zeker verschil (marge) neemt tusschen de rente die men vergoedt voor spaargelden en die men vraagt voor voorschotten. Uit die marge moeten de be drijfskosten der Bank bestreden kunnen worden, zooals kassierssalaris, zaalhuur voor de Algemeene Vergade ring, schrijfbehoeften, zegels en dergelijke onkosten, en dan moet er nog iets overblijven voor de vorming van de reserve. De ervaring leert dat gemiddeld bij de Boe renleenbanken, die immers niet erop uit zijn om winst te maken, maar alleen eenig overschot wenschen voor de zekerheid van het bedrijf, een kleine marge voldoende is n.1. gemiddeld 1 a 1^1%. Soms iets meer, soms iets minder. Waar de rente dus 3% is voor spaargelden, zal, om tenminste nog eenige reservevorming mogelijk te maken, de rente van voorschotten 4 a 41/* moeten zijn. De marge is dus zeer gering als men ze vergelijkt met andere banken, die lVs a 21/3% voor het geld geven en er 6 en 7% en soms meer voor vragen. Die reservevorming is een punt van veel belang, en men moet er altijd op bedacht zijn het reservefonds te versterken, en wel uit de zuivere bedrijfswinst. Daar* mede bedoelen wij, dat men moet zorgen, dat het bedrijf aan de bank voldoende overschot moet opleveren, als men de gewone uitgaven, zooals rente enz. die de bank moet betalen, aftrekt van de gewone ontvangsten, zoo* als rente enz. die de bank ontvangt (van de voorschot* nemers, van de Centrale Bank, van hare effecten, uit provisie etc.). Bij de winst moet men dus niet rekening houden met buitengewone factoren zooals koerswinst op effecten etc., maar afgezien daarvan moet men zor*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 10