1148 Ook op dit gebied neemt de Land= en Tuinbouw een goede plaats in. Om dit aan te toonen laten we hier eenige lands en tuinbouwproducten volgen, waarvan de uitvoer den in* voer overtreft. In 1923 bedroeg: aardappelen 1.533.000 14.186.000 12.653.000 aardappelmeel 426.000 14.297.000 13.871.000 bloembollen 814.000 26.383.000 25.569.000 boomen, heesters 936.000 4.400.000 3.464.000 boter 1.465.000 41.330.000 39.865.000 eieren 1.971.000 13.805.000 11.834.000 peulvruchten 5.646.000 15.956.000 10.310.000 versche groenten 1.705.000 18.595.000 16.890.000 kaas 407.000 54.226.000 53.819.000 melk 387.000 48.472.000 48.085.000 paarden 2.540.000 5.627.000 3.087.000 rundv., kalveren 28.000 5.802.000 5.774.000 suikerbieten 268.000 7.102.000 6.834.000 Varkens 13.000 6.512.000 6.499.000 vlas 1.633.000 6.615.000 4.982.000 versch vleesch 11.806.000 49.594.000 37.788.000 gezouten vleesch 1.129.000 2.693.000 1.564.000 versche vruchten 2.433.000 5.085.000 2.652.000 Totaal ƒ35.140.000 340.680.000 305.540.000 Daarenboven wordt aan suiker ingevoerd voor 40.500.000 en uitgevoerd voor 71.500.000, zoodat ook hier de landbouw weer een aardig bedrag levert, dat den uitvoer ten goede komt. Volgens eene statistiek, door de Directie van den Landbouw in No. 2 van den jaargang 1925 van de V er> slagen en Mededeelingen, bedroeg in 1923 de uitvoer van landbouwproducten 364.900.000. Als men bovenstaande cijfers beschouwt, zal men wel moeten erkennen, dat de landbouw een machtige factor beteekent in de economische en financieele huishouding van ons Land. meer uitgevoerd invoer uitvoer dan ingevoerd

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 4