1147
Van dezen zijn er 358.334 arbeider, n.1. 299.183 mannen
en 59.151 vrouwen.
Hieruit volgt, dat er 264.180 zelfstandige boeren en
tuinders in ons land zijn, en wel 233.659 mannen en
30.521 vrouwen.
Er zijn meer zelfstandige boeren en tuinders dan het
aantal landbouwbedrijven bedraagt; dit is natuurlijk,
wijl de kinderen, die in het bedrijf der ouders werken,
niet onder de arbeiders gerekend worden.
Het aantal in de Statistiek opgenomen vrouwen komt
ons erg gering voor, en wij denken dan ook, dat enkel
die vrouwen in de Statistiek vermeld zijn, die uifsluitend
landbouwwerk verrichten, terwijl toch nog zeer vele
vrouwen en dochters van boeren en tuinders mede*
werken.
Het aantal landbouwbedrijven in ons Land bedraagt
221.649.
Het overgroote deel daarvan zijn kleine bedrijven,
zooals de volgende Statistiek (laatste opgave van 1921)
ons leert:
Aantal landbouwbedrijven van 15 H.A. 112.607
5—10 48.945
10—20 34.509
20—50 22.692
50—100 2.646
van meer dan 100 250
Totaal 221.649
Al zullen niet al deze landgebruikers uitsluitend van
hun bedrijf kunnen leven, en nog meestal in andere land*
bouwbedrijven werkzaam zijn, toch moeten wij niet
vergeten, dat in de streken, waar het warmoezerijbedrijf
en de vruchtenteelt inheemsch zijn, ook kleine bedrijven
nog goed loonend kunnen wezen.
Voor den economischen en financieelen toestand van
ons Land, is het van groote beteekenis, dat er zoo weis
nig mogelijk ingevoerd en zoo veel mogelijk uitgevoerd
kan worden.