MAANDELIJKSCHE
MEDEDEELINGEN
No. 113.
NOVEMBER 1925.
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
Dc Boerenleenbanken. Een nationaal belang
I.
Nog altijd vindt men hier en daar meeningen over
de Boerenleenbanken verspreid, die minstens verwon»
dering wekken bij hen, die de werking dezer instel»
lingen van nabij konden gadeslaan. Het nut, ja in zekeren
zin de noodzakelijkheid van de Boerenleenbanken voor
de opkomst en voor de in»standhouding van een dege»
lijken en zoo mogelijk, van een welvarenden boeren»
stand, wordt door velen niet ingezien, vooral niet door
degenen, die maar niet begrijpen kunnen dat er een
goed geregeld credietwezen kan bestaan op coöperatie»
ven grondslag, staande buiten het gewone, we zouden
haast zeggen, officieele bankwezen.
De oorzaak van deze mindere waardeering van het
Boerenleenbankwezen meenen wij hoofdzakelijk te moe»
ten zoeken in het niet voldoende inzien van de positie,
die de boerenstand inneemt in de huishouding van den
Nederlandschen Staat, en van de groote moeilijkheid,
ja de practische onmogelijkheid van het gewone bank»
wezen, om in de credietbehoeften van den landbouw
te voorzien.
Bestonden de Boerenleenbanken niet, dan zoude de
Staat, in zijn eigen belang, verplicht zijn, zich recht»
streeks met het landbouwcrediet bezig te houden, zoo»
als zulks in verschillende landen, zelfs in het rijke
Amerika, moet gebeuren.