1160
Besluit.
Een godsdienstleeraar in een groote stad in Duitsch;
land sprak over de droomen van Pharao, over de vette
en magere jaren, over goede en slechte tijden, en ver;
bond daarmede ernstige vermaningen om tot de spaar;
zaamheid aan te sporen. „Gij ziet", mijne kinderen, zeide
hij, „hoe goed het is, in goede tijden aan de slechte te
denken, die komen kunnen en voor deze een spaarpen;
ning ter zijde te leggen. Zoude anders Jozef de redder
geworden zijn van een groot land en van zijne familie?
Zouden dan zijn vader en zijn broeders niet gebrek heb;
ben moeten lijden, toen de magere jaren kwamen? Gij
begrijpt dat welnu; leert daaruit zelve ook spaarzaam
te zijn en geen cent nutteloos uit te geven; ja van iederen
gulden, dien ge eens verdienen zult, iets weg te leggen."
Deze eenvoudige uiteenzetting maakte een zoo die;
pen indruk op de leerlingen, dat een meisje niets zoo
spoedig te doen had, als thuis aan tafel haren vader te
vragen: „Hoor eens, vader, spaart gij ook, opdat we
later in slechte tijden niet behoeven honger te lijden?"
Getroffen door deze naïeve vraag zagen vader en moe;
der elkaar een oogenblik aan. „Hoe komt gij er toe dat
te vragen?" sprak de valer. Het kind vertelde nu hoe
het in de school door het voorbeeld van Jozef geleerd
had, hoe goed het is voor de toekomst iets te besparen.
Vele jaren daarna werd er aan de deur van den gods;
dienstleeraar geklopt. Een eenvoudig burger vroeg be;
let. Het was de vader van het kind. „Ik kom u van harte
bedanken", zeide hij. „En waarvoor dan?" „Gij hebt
voor eenigen tijd op mijn kind en op mijne eigen levens;
richting een zoo beslissenden invloed uitgeoefend, dat ik
het mij ten plicht reken, u daarover rekenschap te
geven." De leeraar zag verwonderd op en vroeg nadere
verklaring. „Uw verhaal van den spaarzamen Jozef',
zeide de man, „heeft ook mij eene deugd geleerd, die ik
in mijn vroeger leven nooit beoefend had. Ik had er nooit
aan gedacht van mijn inkomen iets voor mij en de mijnen
af te zonderen. Door het verhaal van mijn kind werd
ik echter zóó getroffen, dat ik het voornemen maakte
onmiddellijk op andere wijze huis te houden. Hier hebt
ge het bewijs." (Wordt vervolgd.)