De gedachtenis aan Rector Rijs zal bij allen, die hem
gekend hebben, in dankbare herinnering blijven; zijn
leven en werken, gekenmerkt door onvermoeibare
werkkracht en belanglooze liefde tot den christelijken,
krachtigen boerenstand, zal, hopen wij, bij priesters en
leeken, velen tot navolging wekken, vooral ook onder
onze jonge boeren, van wie Rector Rijs zooveel voor
de toekomst verwachtte.
'Laten wij, als laatste bewijs onzer sympathie, een ge*
bed storten voor de rust zijner ziel, opdat hij weldra
de rust vinde, die hij in zijn leven niet gezocht heeft.
Om de beteekenis, die Rector Rijs in het landbouw*
vereenigingsleven innam, in het licht te stellen, nemen
wij hier het artikel over, dat de bekende Professor
P. Geurts (Roermond) aan diens nagedachtenis wijdde:
Dezen morgen kreeg ik bezoek van twee vrienden
van den Boerenbond, die mij verzochten een artikeltje
te wijden aan de nagedachtenis van rector Rijs, den
pas overleden geestelijken hoofdadviseur van den Lim*
burgschen Boerenbond.
Ze waren beiden innig ontroerd. Een van hen had de
tranen in de oogen en zeide met haast snikkende stem:
„Aan zijn vroegen dood heeft de Boerenbond misschien
ook wel schuld". Ik beaamde het en voegde er, niet
zonder weemoed aan toe: „Een schoone dood! gestor*
ven op een eervol slagveld, in den strijd voor een edele
zaak, maar men zorge ervoor, dat er niet méér slacht*
offers vallen".
In deze waarschuwende vingerwijzing lag hoegenaamd
geen verwijt aan 't adres van wien dan ook. De niet
zonder nadruk door mij uitgesproken gedachte, die
bijna iets van een klacht had, ontsproot uit innige deer*
nis met den edelmoedigen, rusteloos zwoegenden pries*
ter, die het aan zijn_eigen week, goedig hart te wijten
heeft, dat hij zichzelf zoo weinig spaarde en vóór den
tijd zijne krachten uitputte.
Ik heb den overledene gekend vanaf zijn studenten*
tijd en aldus ruimschoots de gelegenheid gehad om
1133