1142 De Spaarkas incasseert dus de inlagen (jaarlijksche stortingen) en belegt het aldus inkomende geld. De verschillende jaarkassen vormen evenwel geen afzonderlijke eenheden, zijn geen juridische personen. De verhouding tusschen de spaarders (inleggers, deel* nemers) en de Spaarkas is eenvoudig deze: de spaarders hebben een vordering op de Spaarkas en de Spaarkas heeft hiertegenover het bezit van een aantal beleggin* gen, die gewoonlijk bestaan uit effecten en hypotheken. Het spreekt vanzelf, dat men voor de beoordeeling van de Spaarkas en nog minder van de jaarkas feitelijk over bitter weinig gegevens beschikt. Het is en zeker voor de spaarders niet nooit nauwkeurig na te gaan, of alle spaarders voldoende hunne verplichtingen na* komen en of de ingekomen gelden wel tijdig en goed belegd zijn. 't Eenige, waar men eenig houvast aan heeft, zijn de lijsten der beleggingen, die sommige Spaarkassen pu* bliceeren. Hieruit kan men zich althans eenig denkbeeld vormen omtrent de methode der belegging. Het grootste gevaar, dat de spaarders bij deze instel* lingen loopen, zit hem hierin, dat de meeste Spaarkas* sen onmiddellijk bij het aanbrengen der deelnemers het administratieloon opstrijken voor den geheelen duur van de begonnen jaarkas. Onmiddellijk in het eerste jaar wordt dus volledig de 8 pCt. afgetrokken. Dit moet men wel doen, omdat de kosten van afsluit* provisie, drukwerk enz. niet bestreden zouden kunnen worden uit de 8 pCt. van 1 jaarstorting. De soliede Spaarkassen nu brengen het overschot tusschen deze administratieloonen en de werkelijk betaalde onkosten in een reserve onder, maar desalniettemin is het prak* tisch toch onmogelijk om te beoordeelen, of bedoelde reserve voldoende is tot dekking der verdere admini* stratie van de spaarkas, gedurende het tijdvak, waar over de kas nog loopt. Het is al voorgekomen, dat de onkosten der Spaarkas zóó hoog waren, dat van een storting in een reservefonds niets of zeer weinig kwam en ook al, dat dit reservefonds tengevolge van een ver* minderde productie geheel in* en opgeteerd was.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 14