1141
systeem werken, brengen gedurende een zeker tijdperk,
b.v. gedurende 1 jaar, een aantal menschen (deelnemers)
bijeen, die zich verbinden gedurende een bepaald aantal
jaren, b.v. 10, 12 of 15 jaren, ieder jaar een vast bedrag
te storten. Deze gelden worden dan tot één geheel vers
zameld in een „jaarkas" en zoo goed mogelijk belegd.
Tevens worden dan door de deelnemers aan de jaar;
kas (nemers van spaarkas;aandeelen) aangewezen zoo;
genaamde „verzekerden", d.w.z. personen op wier leven
deze aandeelen loopen. M.a.w. indien de persoon, b.v.
een kind, op wiens leven het betrokken spaarkas;aandeel
genomen werd, komt te sterven, dan vervallen alle
gelden, welke op 't leven van dat kind reeds gestort
zijn, aan de desbetreffende „jaarkas" ten bate van de
mede=spaarders (mede;deelnemers).
Tegen het risico, aan het overlijden van „verzeker;
den" verbonden, kan men dan weer een z.g. contra;
verzekering sluiten, die gewoonlijk ten laste van de
onderneming, die de spaarkas organiseert en beheert,
loopt en waardoor men zich volgens verschillende sys;
temen tegen de geldelijke nadeelen, welke uit het sterf;
geval zouden voortkomen, kan verzekeren.
Laten we dus bij wijze van voorbeeld aannemen,
dat in 1924 door een bepaalde onderneming (een
Spaarkas) een dergelijke jaarkas is ingericht en dat er
door 100 personen aan wordt deelgenomen met een
stortingstijd van 10 jaar en een jaarlijks stortings;
bedrag van 100.Dat wordt dan jaarlijks 100 X
100.of 10.000.en in 10 jaar 100.000.
Dit bedrag, eventueel vermeerderd met de rente en
verminderd met de administratiekosten, wordt na 10
jaar verdeeld over de dan nog in leven zijnde deel;
nemers. Men ziet van hier, dat hoe minder deelnemers
er over zijn hoe grooter het part zal zijn van ieder der
overlevenden. Hoe meer overlevenden daarentegen,
„hoe dunner de spoeling".
Het beheer dezer jaarkassen berust bij de Spaarkas
(de onderneming), die hiervoor een zeker administratie;
loon in rekening brengt, gewoonlijk bedragende 8 pCt.
van de jaarlijksche stortingen.