1118
schotboekje en kennisname van onze toelichting besliste
de Minister, „dat, hoewel naar de letter der wet mis*
schien een andere opvatting mogelijk is door den Minis=
ter vrijheid is gevonden om aan te nemen, dat in het
gestelde geval de in de voorschotboekjes voorkomende
kwitanties voor terugbetaling van gelden, eenzelfde
voorschot betreffende, zijn gesteld op hetzelfde stuk
papier, zoodat, indien de eerste kwitantie behoorlijk
gezegeld is van de verdere kwitantiën geen afzonderlijk
zegelrecht verschuldigd is overeenkomstig art. 36,
3e der Zegelwet 1917".
Zou het dus voorkomen, dat hier of daar op dit punt
twijfel ontstaat of zelfs overtreding wordt geconsta^
teerd, dan weet men het antwoord. Het beste zal 't
dan wezen, dit artikeltje even te laten lezen.
Contributie voor Land- en Tuinbouwbonden.
Een der groote redenen, die nog steeds verschillende
leden onzer plaatselijke boerenleenbanken weerhoudt,
om tevens lid te zijn en te blijven van de Land= en
Tuinbouwbonden, is de betaling der voor die Bonden
gevorderde contributie.
Toch zal bij nader inzicht steeds blijken, dat deze
leden ongelijk hebben, en dat de gevraagde contributie
nimmer een reden zal mogen zijn, om het lidmaatschap
van den Land* en Tuinbouwbond op te zeggen.
Laten we aan dit punt eenige beschouwingen wijden.
Wat zou de toestand zijn van onze land= en tuinbouw
wers, indien er geen vereenigingen en bonden bestom
den, die de belangen onzer landbouwende bevolking be
hartigen? Denk eens terug aan den toestand van vóór
25 of 30 jaren? Hoe ging het toen den boer, niet enkel
die een groote boerderij, maar vooral, die eene kleine
of middelbare boerderij bezat?
Helaas! weldaden worden soms spoedig vergeten; en
wie, zooals de jongere generatie, zulke toestanden niet