MAANDELI|KSCHE MEDEDEEL1NGEN No. 111. SEPTEMBER 1925. VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN De Boerenhypotheekbank, als aanvulling van de Boerenleenbanken. Hoe langer zoo meer wordt bij de Besturen der Boe* renleenbanken het besef levendiger, dat de Boerenleen* banken zich moeten beperken tot het verstrekken van het bedrijfscrediet aan de landbouwers en tuinders. Het bedrijfscrediet, benoodigd om het bedrijf zoo loonend mogelijk uit te oefenen of te verbeteren en uit te breiden, is uit zijn aard een crediet, dat binnen het jaar (seizoen* crediet) of althans binnen enkele jaren afloopt. Dit kort* loopend crediet is een goede belegging voor spaargel* den, die of terstond, of met een opzeggingstermijn van één jaar moeten terugbetaald worden, en waarvan een groot gedeelte toch altijd enkele jaren blijft staan, al* vorens het weder teruggenomen wordt. Maar onverantwoordelijk zoude het wezen zulke spaargelden te beleggen in langloopende credieten, zoo* als uit zijn aard het grondcrediet is. Wanneer bijv. een landbouwer of tuinder een boerderij met land of een tuinderij koopt, en hij heeft geld genoeg om de helft te betalen, dan zal hij de andere helft moeten leenen; ver* ondersteld dat hij voor 20.000 koopt, dan zal de leening welke hij moet aangaan 10.000 beloopen. Nu zal hij van deze som rente en aflossing moeten betalen, en wel in de gewone omstandigheden, met het geld, dat hij in zijne boerderij of tuinderij verdient. Maar dan kan eenieder gemakkelijk begrijpen, dat het 20 tot 30 jaren zal duren, alvorens hij de geheele som heeft kunnen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1925 | | pagina 1